Advertentie op Leboncoin

Ik móet beginnen met opschrijven om mijn hoofd een beetje leger te krijgen. Terwijl de aankoop nog niet eens zeker is. De contacten met de huidige eigenares zijn goed, de gegevens zijn richting notaris en het ziet er hoopvol uit. Ik heb nu nog tijd om te vertellen vanaf het begin.

Het was de zoveelste advertentie. Van een particulier, extra oppassen dus. Met een beknopte beschrijving en drie foto’s. 1) de voorkant van een hoog smal huis kijkt je recht aan. Vlak naast de voordeur is maar plek voor één raam. Zandkleurige muren, met witgeschilderde kaders om de ramen, en de voordeur en luiken lichtgroen. 2) een donkere foto met iets keukenachtigs en een raam. 3) een onscherpe foto met een grote ouderwetse tv op een rolkastje dat dwars in een smalle kamer met enorme kast staat en een doorkijkje geeft naar een andere ruimte.

In de beschrijving lees ik dat het huis in de middeleeuwse wijk van Saint Mihiel staat. Na flink speurwerk, jawel, een hit op streetview! Uit nadere bestudering van de tweede foto maak ik op dat er ‘iets van een buiten’ aan de achterkant moet zijn; door het raam zijn vaag wat bladeren te zien. Dat is goed nieuws, want veel van die oude huizen grenzen direct aan elkaar of hebben alleen een overdekte court (klein binnenplaatsje). Op de derde foto zie ik in de weerspiegeling van de tv een rood pannendak en daarachter de groene heuvel. Ook goed nieuws; blijkbaar kijk je van daaruit verder dan alleen bij de overburen naar binnen.

Het begint te kriebelen. GoogleMaps en de website van het Franse kadaster wakkeren de nieuwsgierigheid verder aan. We maken een account op Leboncoin aan en reageren op de advertentie van ene ‘Liv’.

Smal huisje – wel hoog

Franse Funda bestaat niet

Op internet snuffelen werkt al snel verslavend en is één grote les Er-Doorheen-Kijken. Zoiets als een Franse variant van het Nederlandse instagramaccount #ziedepotentie. Maar dan een poepie uitdagender. Heel anders dan wij in Nederland met ons gelikte Funda gewend zijn. Een bonte verzameling van lokale en regionale notariswebsites, Leboncoin (marktplaats) en andere immobilier-verzamelsites. Gelukkig kennen we de streek al jaren, dat helpt bij de schifting.

Fransen bieden huizen op internet ook in woord en beeld totaal anders aan dan in Nederland. Ze worden regelmatig aangeboden op verschillende sites, met verschillende foto’s en voor verschillende prijzen. Vaak met maar 2 of 3 foto’s, zonder de binnenkant – of zonder buitenkant – onscherp, met open keukenkastjes, onopgemaakte bedden, luiken dicht, een strijkplank vol rotzooi midden in beeld. Hieronder een bloemlezing van het verrassende badkameraanbod (en een lugubere stoel).

Het adres ontbreekt eigenlijk altijd. Iets met privacy? Soms klopt zelfs de plaatsnaam niet. Het maakt zoeken uitdagend en ik ben inmiddels een speurspecialist op GoogleMaps en de website van het Franse kadaster. En in het herkennen van verschillende aanbiedingen als één huis. Gelukkig zijn de dorpen en stadjes niet zo groot, en vind je het vaak alsnog. Aan de andere kant is er de frustratie als streetview weer nét ophoudt bij het begin van de straat die je in wilt…

Honderden panden heb ik bekeken en tientallen verder uitgeplozen. GoogleTranslate helpt de teksten beter te kunnen begrijpen. Als je de typische Franse huizen uit de streek kent. En weet wat een buanderie, court, cave of flamande is en hoe zoiets eruit ziet. Het wensenlijstje volgroeide langzaam. Veel/weinig ruimte, wel/geen bijgebouwen, wel/geen tuin of veel grond, in een dorp of stad, groot of juist klein. Uiteindelijk blijft een stapeltje eisen over: een authentiek pand, in de buurt van voorzieningen, zeker geen bouwval, geen grote tuin (want die hebben we al en kost veel tijd en energie), wel iets waar je buitenlucht kunt opsnuiven en het moet absoluut iets extra’s of unieks hebben voor Nederlanders. O ja, en betaalbaar. Heel betaalbaar. Dat beperkt de zoektocht aanmerkelijk, maar het zou moeten kunnen.

De kinderen zijn volwassen en we maken vaker uitstapjes met z’n tweetjes. Zo ontdekten we eigenlijk afgelopen zomer pas de prachtige middeleeuwse wijk van Saint Mihiel; de Bourg. Het alleroudste deel van de stad, ontstaan bij een klooster dat al in 709 is gesticht bij de Maas. Op een pleintje was afgelopen juli en augustus af en toe een buurtmarktje. De bakker, café en restaurantje bij de hand. Karakteristieke (heren)huizen en andere middeleeuwse panden. De reden waarom Saint Mihiel de eeuwenoude bijnaam het kleine Florence van de Lorraine heeft: de oranjerode daken van de straatjes tegen de helling. Waar wevers, leerlooiers en slagers in de 13de eeuw al hun eigen gildes en straten hadden. We liepen er rond en zagen behoorlijk wat huizen à vendre, te koop. De interesse was gewekt en werd steeds groter. Maandenlang verslond ik huizenadvertenties op alle verschillende websites. Tot ik beet had…

Mijn handen jeuken en ik ben nu al begonnen met deze site en schrijven omdat ik het op papier móet zetten om mijn hoofd een beetje leger te krijgen.

Huis en plafond

Nog een tweede huis. Maar wat voor een? Beter geschikt om af en toe te verhuren, daar waren we het snel over eens. Dan blijven er nog veel andere keuzes over. Gaan we voor een landelijk huisje met veel rust en buitenruimte? Of juist niet? En wat dan wel? Na ruim honderd huizen en huisjes online gezien te hebben – focuste de zoektocht zich op kleine rustige dorpjes in de buurt. Speurend naar een huis met flink wat grond. Na een paar weken had ik beet: in een dorpje vlakbij het TGV-station. Handig, want die brengt je in een uur in hartje Parijs. Het was een tussenwoning met langwerpige tuin en daarachter nog een boomgaard. Aangeboden voor een aantrekkelijke prijs. Eh, voor meerdere prijzen zelfs. Het zag er goed uit. Geen streetview – dan is het kennen van de streek een voordeel. Als je de rustige brede straat inloopt, zie je links een lage muur met daarop een fraai gietijzeren hekwerk. Ik hoorde in mijn hoofd het piepende geluid van het toegangshek al, wanneer je het openduwt. Een paar traptreden leiden je de verhoogde voortuin in. Links en rechts perken met rozenstruikjes en geurende planten. Een druif groeit aan de gevel en over de voordeur. Dat werk.

Een dorpje aan de beroemde Voie Sacr´ee. De enige D-weg (provinciale weg) in Frankrijk die geen nummer hoeft te dragen maar Heilige Weg genoemd wordt. Een eerbetoon aan de onnoemelijke stroom soldaten die in de Eerste Wereldoorlog lopend, te paard en in vrachtwagens hun zekere dood in en rond Verdun tegemoet gingen. Dertig kilometer menselijk drama en wereldgeschiedenis.

Het huis was dan ook van na de eerste wereldoorlog, zoals veel huizen in deze streek. Hele dorpen zijn weggevaagd in vreselijke beschietingen en dagenlange continue bombardementen. Sommige zijn nooit meer herbouwd, allemaal dragen ze nog steeds duidelijk zichtbare sporen. Het front liep dwars door deze streek. Net als een linie met ondergronds gebouwde forten uit de Frans-Duitse oorlog van 1870. Ze bestaan nog steeds, sommige kun je bezoeken, andere alleen met gevaar voor eigen leven illegaal betreden. De bordjes ‘verboden toegang instortingsgevaar’ zijn zelf verroest en kapot. (Echt gevaarlijk, zeker als je nieuwsgierig een soort klein wachthuisje inloopt en nét op tijd ontdekt dat het geen wachthuisje, maar een diepe luchtschacht is. Zonder drempel.) De Meuse streek is een walhalla voor geschiedenisfanaten. Wat je door het lieflijk heuvelachtige en groene landschap ook heel snel kunt vergeten overigens.

Goed, het huis in dat dorpje aan de Voie Sacrée dus. We besluiten er een e-mailtje aan te wagen richting aanbieder. Een notariskantoor. Een reactie bleef iets te lang uit en Robin besloot te bellen. Dat werkte snel verhelderend. Nee, het huis is niet meer te koop, er is een koper gevonden. Mocht dat niet doorgaan, dan staan er nog acht andere gegadigden op de wachtlijst. Jammer. Ik baalde in eerste instantie enorm; het was zo’n mooi plekje en ik was al druk aan het plannen maken. Niks aan te doen. Verder zoeken dan maar.

Hoe langer ik zocht, hoe meer ik ging twijfelen; het onderhoud van een tuin – al is het alleen maar een weiland – vraagt meer tijd dan je lief is. En dat landje hébben we al. Langzaam rijpte het idee om iets te zoeken wat we al die jaren juist niet hebben: een huisje in het stadje vlakbij, op loopafstand van alle voorzieningen. Niet de auto hoeven pakken voor een brood, en ook eens een restaurantje pikken en daarna naar huis lopen. Wel op een rustige plek; geen autogeraas voor je deur. En natuurlijk wil je ook in de buitenlucht kunnen zitten. Lekker van je eerste kopje koffie en croissantje genieten. Of laatste glaasje wijn. En ook heel belangrijk; niet altijd weer bezoekers moeten waarschuwen voor lage balken en doorgangen. Wijzelf passen in ons huis overal – soms ook maar nét – onderdoor. De dikke donkerbruine balk midden in de woonkeuken is bij bijna alle bezoekers berucht. Ja, een normale plafondhoogte is ook weleens fijn. Ik zoek met nieuwe energie verder.

Midden in onze woonkeuken zit de beruchte lage balk.

Nóg een tweede huis?

‘O, wat leuk. Is het ook te huur?’ Met afstand de meestgestelde vraag als je een tweede huis in Frankrijk hebt. Zoals wij al ruim twintig jaar. Tot nu toe was ons antwoord op de huurvraag een heel stellig NEE. We verhuren ons eerste huis ook niet. In de kasten hangen onze kleren, in de badkamer staan onze toiletspullen en wij kennen de gebruiksaanwijzing van het huis. De routines van het water op de leidingen zetten, koken op een tweepits-butagasfornuisje, de houtkachel, het moeten doen met één elektriciteitsgroep (‘doe het kleine kacheltje even uit, want de oven moet aan’) enzovoorts, maken het niet handiger. Maar zoals ik net zei: Tot nu toe.

Ons huis ligt zo’n 4,5 uur rijden vanaf Utrecht. In het Noorden van Frankrijk – zo’n 30 km onder Verdun – in het departement Meuse in de regio Lorraine. Trek op de kaart vanuit Maastricht een lijn loodrecht naar beneden en een horizontale door Parijs naar rechts; ze raken elkaar in de Meuse. De Maasvallei. Voor Route du Soleil-vakantiegangers: bij Metz rechtsaf de A4 op naar Parijs, en na iets meer dan een half uur ben je bij afslag Verdun. Dan nog een half uur zuid, richting Saint Mihiel, de Maas over en het laatste rechte stuk naar ons dorp. Een prachtig groene, heuvelachtige streek. Ook bekend van de hoofdrol die het in de eerste wereldoorlog (La Grande Guerre) speelde.

Je ruikt meteen de houtgestookte haarden en kachels als je over de tweebaans D-wegen door de typische lintdorpjes rijdt. Het is een landelijke streek vol historie, met stadjes als Verdun, Commercy, Bar le Duc en Saint Mihiel. Sinds enige jaren brengt de hogesnelheidstrein je vanaf station TGV-Meuse binnen één uur en zonder tussenstops 300 km verderop naar hartje Parijs. Of in 5 uur zonder overstappen naar Bordeaux. Aanrader.

Maar goed – in 1999 hakten we dus voor het eerst een woonknoop door: niet verhuizen naar een groter huis, maar een tweede huisje kopen. Meer ruimte voor de kinderen – die ik ook graag een vleug buitenleven wilde meegeven. Mijn dierbaarste jeugdherinneringen spelen zich af rond de boerderij van mijn opa en oma in Hellendoorn. En niet onbelangrijk: we hadden uitgerekend dat het goedkoper was dan verhuizen.

Via een krantenadvertentie kwamen we terecht bij een oud Frans boerderijtje met grote schuur en een eigen (wei)landje. Aan de rand van een piepklein dorpje met iets meer dan 50 inwoners, net achter het front in WOI. In ons huis werden gewonden ondergebracht – we vinden nog steeds kogels en dergelijke in de tuin en muren. Het boerderijtje werd te koop aangeboden door een gepensioneerde aannemer uit Rotterdam die het in de jaren ’70 had gekocht en bewoonbaar gemaakt. Hij woonde zelf inmiddels permanent 20 km verderop in een ander dorp. Alles was onbekend en het had ook slecht kunnen uitpakken, maar we hadden geluk. Inmiddels genieten we ruim 20 jaar met volle teugen van het goede Franse (buiten)leven. Zijn echt gehecht aan deze prachtige streek, zo rustig, zoveel historie, zo buitenlands en toch zo dichtbij Nederland.

En dan blijken we onverwacht nieuwe mogelijkheden te hebben, met dank aan mijn overleden vader. Het vraagt om keuzes maken; wat willen we. Investeren? Beleggen? De oververhitte huizenmarkt in Nederland is absoluut onbereikbaar. In Frankrijk daarentegen…. Zo is het zaadje van nog een huis kopen gezaaid. Kunnen wij eindelijk ook JA zeggen als iemand ons huis in Frankrijk wil huren. In 2021 start ik daarom een nieuwe hobby: huizen zoeken op Franse websites.