Wandelen door de tijd

Een tochtje met de auto, gewoon genieten van het landschap, de omgeving beter leren kennen. Ik vind dat erg ontspannend. Parkeer ergens en ga wandelen. Zo kom ik altijd weer op plekken die mijn nieuwsgierigheid prikkelen. Wat zit er achter die halfopenstaande deur? Is er een plek waar ik over die muur heen kan kijken? Waar loopt dat steegje naartoe? En wat is het uitzicht over die heuvel? Als er geen bordje verboden toegang staat, mag het. Vind ik.

Niet iedereen denkt er zo over. Het wat geërgerde ‘Maaaam, kom – loop nou door’ als ik weer eens ergens mijn nieuwsgierige neus om een hoek steek, hoor ik nog steeds. Meestal in mijn hoofd. Want ik ben nu regelmatig alleen op stap. Niemand die me tegenhoudt. Zo fijn. En wat kan er gebeuren? Een vrouw op leeftijd met een klein autootje. Nee, dat roept niet snel agressie op is mijn ervaring. Ik heb in ieder geval nooit vervelende confrontaties gehad. Als ik al eens schrik of bang ben, is dat omdat mijn eigen fantasie me opeens van achteren bespringt en ik me uit de voeten moet maken.

Ruim een jaar geleden reed ik langs een vreemd terrein vlak buiten Saint Mihiel. Aan de ene kant van de weg ruïnes en aan de andere kant een hoge muur. Quartier Sénarmont stond te lezen op de wachtgebouwen links en rechts bij de doorgang halverwege de lange muur. Ik draaide het terrein op en zag onder andere twee imposante gebouwen – kazernes? – verlaten in een verwilderde omgeving met een hoog doornroosje-gehalte. Parkeerde mijn auto halverwege het pand en kroop door de struiken richting een op een kier staande deur. Stapte het halfduister in en wachtte tot mijn ogen gewend waren. Zacht gefilterd licht brokkelt door de kapotte ramen. Opeens ben je in een andere wereld. Een onbekend verleden. Spannend.

Het is de opwinding die ik bij mijn zoon zie die bezig is met een schietgame, en het gevoel bij het uitpakken van een cadeautje. Iets met adrenaline. Ik wil er helemaal doorheen, alles ontdekken en zien. Wie weet wat je aantreft. Welke schatten je tegenkomt. Maar houdt die vloer het wel, is dat plafond veilig? En ik ben op m’n hoede op zulke verlaten plekken. Is er toch iemand? Een slapende zwerver. Opgeschoten jongeren. Criminelen. Ik zie alleen sporen van krakers en vandalen. Graffiti op de muren, hier en daar een oud kampvuurtje. Ik kwam na een hele ontdekkingstocht in een grote ruimte met stapels oude houten bakken. Leeg. Een soort lage kratten met handgrepen. Ik geef het toe, ik heb er twee meegenomen. Gestolen? Ik noem het gered.

Later leerde google me dat de kazerne en Quartier Sénarmont in 1889 gebouwd is, in 1911 uitgebreid en in 1914 bij de start van WOI grotendeels verwoest.
Afgelopen week reed ik toevallig weer langs de lange muur. De panden links en rechts van de toegangspoort zijn nu dichtgetimmerd met panelen. Net als de kazerne waar ik eerder binnen was. Bleek toen ik toch even ging kijken. Het gebouw staat nu stil en blind op het dorre onkruid; alle bomen en struiken er omheen zijn met de grond gelijk gemaakt. Da’s duidelijk: verboden toegang.

Een eindje verderop vond ik nog één overwoekerd pand, zichtbaar door de kale takken van de bomen en struiken. Meer een huis. Waarschijnlijk ooit voor personeel. Niet dichtgetimmerd. En ja, dan kan ik het niet laten. Hieronder een kleine foto-impressie. Afgebladderde verf, ruitloze hoge deuren, het vervallen betonnen trappenhuis, draagbeugels van de verdwenen radiatoren, leeggetrokken sanitairruimtes met wat scherven van urinoirs. Een vreemde ingemetselde bak tussen twee ruimtes. Doe daarbij de aanblik van de grote gaten in het balkendak op zolder, de weerkaatsing van je eigen voetstappen in de holle ruimtes, het motorgeluid van een kettingzaag in de verte, roepende kraanvogels in de lucht en de wind die dorre bladeren beneden door de hal veegt. Verder doodstil. Voer voor mijn fantasie – zeker op grauwe januaridagen.

Plaats een reactie