Franse slag vs Duitse pünktlichkeit

In 2015 hebben Robin en ik door omstandigheden bijna een jaar op en af doorgebracht in Duitsland. Dat was ook voor het eerst dat we kennismaakten met Duitsland als verblijfsland. Het kleine stadje Bad Oeynhausen in Nordrhein-Westfalen leerden we steeds beter kennen, inclusief de Duitse omgangsvormen en gebruiken. Het wennen ging redelijk snel en het beviel steeds beter. Het land is behoorlijk hiërarchisch ingesteld, maar die gekke Nederlanders werd veel vergeven.

De mensen zijn heel vriendelijk en voorkomend. Het eten veel en machtig – de ‘auflauf’ (ovenschotel) hebben we erin gehouden – het bier oppermachtig en Oost-Duitse wijnen verrassend licht en drinkbaar. Je kunt je ook sneller verstaanbaar maken; Duits is voor kinderen uit de jaren ’60 toch een stuk makkelijker dan Frans. Wij zijn opgegroeid met naast Nederland 1 en 2, alleen 3 Duitse tv-zenders. Dat heeft de taal flink ingesleten in je brein. En de parodie-klank die al snel aan het Duits kleeft (en bedankt, Koot en Bie en Jiskefet) vervaagde na een tijdje gelukkig ook weer.

De keurige huizen zitten strak in de stuc of verf – soms wel wat erg uitbundig of zoet van kleur, altijd tiptop afgewerkt. De heggen geschoren, tuinen aangeharkt en rozen gesnoeid. Een paar keer door prachtige gebieden rijden, maakte dat we met interesse rondkeken naar behoorlijk betaalbare pandjes. We vroegen ons af waarom wij in 1999 eigenlijk nooit Duitsland overwogen hadden voor een tweede huisje.

En toen reden we na meer dan een jaar voor het eerst weer naar ons oude boerderijtje in Frankrijk…. Dat was écht even schrikken. Wat een rommelige dorpjes, met vlekkerige huizen. De stuclaag vervallen, aanslag op de buitenmuren met plekken waar het vocht omhoog komt. Afgebrokkelde stenen en uitgesleten voegen. Geen nette strakke tuintjes. Ons oude boerderijtje is minder steriel dan de appartementen waar we in Duitsland in verbleven. Het is dat we er al zoveel jaar komen en de taal redelijk verstaan, maar Frans spreken kost mij veel meer moeite dan Duits. (De slechte beheersing van het Engels valt in beide landen op. ‘Dat spreekt toch iedereen…’ geldt net zo min in Duitsland als in Frankrijk. Waar in Nederland internationale collega’s automatisch overgaan op Engels, bleef het in Duitsland gewoon Duits. Fransen krijgen het ook nog steeds niet altijd op school en op tv is nasynchroniseren in beide landen de regel.)

Het gewenningsproces duurde een paar weken, en toen waren we weer terug in onze eigen heerlijke cocon. Geen poetsdwang meer, gewoon lekker genieten met de Franse slag. Een glaasje Pinot Gris en stokbroodje mirabellenjam bij de lunch. Want ja, linksom of rechtsom, de uitdrukking is echt niet toevallig leven als God in Frankrijk.

Reden voor het verblijf in Duitsland is een totaal ander onderwerp. De perikelen rond de harttransplantaties van onze oudste. Te lezen in het blog Leeuwenhart Krijn. Geruststelling: het loopt goed af 😉

Plaats een reactie