De leerlooiers

De geschiedenis van Saint Mihiel gaat terug tot het jaar 708. Best lang geleden ja. En zoals op het kaartje uit de twaalfde eeuw (zie homepage) te zien is, bestond toen de straat al die inmiddels Rue des Tanneurs heet. Oftewel de leerlooierstraat. Het is bekend dat in 1428 deze ambachtslieden zich verenigden in een gilde. Net als een paar jaar eerder een straat verderop de wevers (Tisserands) gedaan hadden. Saint Mihiel was welvarend.

De website van het Franse kadaster geeft interessante informatie over de samenstelling van het terrein en kavels. Je ziet regelmatig bebouwing die uit verschillende blokjes kavels is opgebouwd, af en toe dwars door huizen heen. Zeker in de stad zijn er vreemde hoekjes en onlogische dingen op de kaart te zien. Overigens weet ik inmiddels ook dat kavelgrenzen niet altijd worden aangepast, en vooral als indicatie voor de fiscus worden gebruikt. Opnieuw laten inmeten is een kostbare zaak en als het maar om een klein hoekje gaat, niet de moeite waard blijkbaar.

Zo is de remise/schuur kadastraal niet apart aangemerkt, maar is onderdeel – een kwart hoek ongeveer – van de schuur en kavel aan de andere kant. Op de begane grond is halverwege een muur gemetseld. Op de eerste verdieping zat die er al, en op de tweede verdieping is het weer een buitenmuur, waarin de ramen die op de volgende straat uitkeken zijn dichtgemaakt. We zullen dus extra goed moeten opletten dat dit stukje van het bouwsel in de koopakte wel genoemd staat. Misschien niet als eigendom, maar dan in ieder geval als rechthebbende gebruiker. Dat is dan een vorm van erfdienstbaarheid, oftewel servitude. Niet ongebruikelijk in Frankrijk. Wel altijd goed om alert op te zijn. Stel, de achterburen verkopen en de nieuwe eigenaar denkt het hele bouwwerk te kunnen gebruiken. Dat valt vies tegen dan, want van een servitude kom je niet zomaar af.

Bij het napluizen op het kadaster viel me nog iets anders op. Bebouwing staat in geel aangegeven, wegen wit en water blauw. Bij een aantal huizen in de Rue des Tanneurs zie je een blauw vlakje achter de huizen. Bijvoorbeeld bij nummer 18 wel, bij nummer 16 (‘ons’ huis) weer niet. En wat blijkt; een zijtak van het riviertje de Marsoupe loopt achter/onder de huizen van de straat. Ergens logisch ook, want leerlooiers hebben water nodig, veel water. Dus dat ze juist daar woonden is geen toeval. In het verlengde van de straat staat nog ergens een eeuwenoude watermolen; die zorgde waarschijnlijk voor een constante stroom. Inmiddels is het waterpeil gezakt en de bebouwing uitgebreid. Sommige huizen staan er zelfs helemaal overheen gebouwd.

Blauw is water (smalle kavel rechts naast het rode bolletje is ons huis)

In Nederland kennen we een uitgebreidere variant van dit fenomeen: de Binnendieze. In Den Bosch loopt een heel stelsel van aftakkingen van de Dieze al eeuwen onder huizen en straten door. In de jaren ’70 leek alles dempen de enige weg. Dat is gelukkig niet gebeurd en inmiddels zijn de boottochtjes erover mateloos populair. Jaren geleden stapten Robin en ik er symbolisch in het huwelijksbootje.

Het kwartje valt. Dát is dus de reden van die vreemde driehoekige tegels die op het verder betonnen binnenplaatsje liggen. Ze dekken de toegang naar de Marsoupe af. Een blik over de muur bij de buren laat een gat tegen de gevel van het huis zien met wat stenen treedjes naar beneden. Je ziet geen water overigens. Hoe dat er bij ons uitziet, is nog een verrassing. En ik vertelde toch over het oude buitentoilet op de court? Dat loosde ongetwijfeld ooit rechtstreeks in het water.

Het buurhuis heeft jaren leeggestaan, maar wordt nu verbouwd. Benieuwd wat er met de toegang naar de Marsoupe gebeurt.

Plaats een reactie